Er is een conflict ontstaan tussen de Nederlandse Politiebond (NPB) en de korpsleiding over de vergoeding voor een deel van de politiemedewerkers die zijn ingezet tijdens de NAVO-top in Den Haag in juni.

Normaal gesproken hebben politiemedewerkers recht op een plaatsgebonden piketvergoeding (PGP-vergoeding) wanneer zij tijdens hun vrije tijd stand-by moeten staan voor hun werk. Voor een aantal agenten bleek dit echter niet formeel te zijn vastgelegd, waardoor zij geen aanspraak konden maken op deze vergoeding. De politievakbond is het daar niet mee eens en bereidt een bezwaarschrift voor.

Het gaat onder andere om agenten die urenlang in een hotel in de wachtstand moesten blijven, of om politiemensen die nauwelijks bewegingsvrijheid hadden omdat zij binnen tien minuten in uniform paraat moesten kunnen staan. Omdat er geen formele piketregeling voor hen was vastgesteld, kregen zij niet de bijbehorende extra vergoeding van 6,97 euro bruto per uur.

De vakbonden hebben de afgelopen maanden geprobeerd om met de werkgever tot een collectieve regeling te komen voor deze medewerkers, maar vorige week werd duidelijk dat de werkgever hier niet toe bereid is. De Nederlandse Politiebond roept daarom haar leden op om zich uiterlijk 30 september te melden. De bond zal namens deze medewerkers een bezwaarschrift indienen.